Quand tu m’as croisé
Dans ta robe à fleurs un peu trop risquée
J’ai perdu le contrôle de mon vélo usé
Ma fourche tordue
Et la deuxième fois
En servant les clients au café en bas
Je me suis vu trébucher, faire un mauvais pas
Au moment où tu es apparue
Puis, la bande jouait,
Dès le bord du plancher, mes yeux te suivaient
Dans une mer de bouches bées
Toi, tu contournais les types les plus louches
Je me suis levé
Rassemblant mon courage et on a dansé
Et très tôt le matin, je t’ai ramenée
Là, tu m’as embrassé sur la bouche
Pince-moi, je rêve, trop d’étoiles, trop d’été
Pince-moi, je rêve, tellement peur de briser
Pour que mon rêve ne s’achève
Que le soleil nous fasse signe de rentrer
A vélo, nous deux.
Toi, sur mon porte-bagages, me couvrant les yeux
Pour manquer le virage et se faire des bleus
Ma fourche tout fichue
Dans l’ herbe de l’été
Ma main chaude glissait sous ton chemisier.
Puis, une claque sur ma joue, je me suis retiré.
Un instant, j’ai touché ta peau nue
Pince-moi, je rêve, trop d’étoiles, trop d’été
Pince-moi, je rêve, tellement peur de briser
Pour que mon rêve ne s’achève
Que le soleil nous fasse signe de rentrer
Puis, tu as rompu, en coupant la ficelle
D’un été vécu. Sous la pluie qui du ciel
Tombait dans la rue, nos larmes se mêlaient
On s’est séparés. Les cri-cri, les cigales
S’y sont résignés. Mais au fond de mon âme
Je suis toujours resté ce gars qui pleurait
Toen je me kruiste
In je iets te gewaagde zomerjurk
Verloor ik de contrôle over mijn oude fiets
Mijn vork kromgeplooid
En de tweede keer, toen ik
De klanten beneden in het café bediende
Heb ik mezelf zien struikelen, me vertrapt
Op het moment dat jij daar verscheen.
Het orkest begon te spelen
Vanaf de rand van de dansvloer volgden
Mijn ogen je. In een zee van opengevallen
Monden omzeilde je de meest louche mannen
Ik ben opgestaan
Heb mijn moed bij elkaar geraapt
En we hebben gedanst. En ‘s morgens vroeg
Bracht ik je naar huis. Daar heb je me gekust
Knijp in mijn hand, te veel sterren, zomer
Knijp in mijn hand, zo bang om iets te breken
Knijp opdat mijn droom niet ophoudt en
De zon ons teken doet om naar huis te gaan
Wij twee op de fiets.
Jij, op mijn bagagedrager, bedekte mijn ogen
Zo misten we de bocht en liepen we blauwe
plekken.op. Mijn vork nu helemaal om zeep
In het zomergras
Gleed mijn hand jouw hemdje binnen
Een klap op mijn wang, ik trok me terug
Eventjes heb ik jouw naakte huid gevoeld
Knijp in mijn hand, te veel sterren, zomer
Knijp in mijn hand, zo bang om iets te breken
Knijp opdat mijn droom niet ophoudt en
De zon ons teken doet om naar huis te gaan
En toen heb je het uitgemaakt. De draad
Doorgeknipt van een doorleefde zomer. Onder
de regen op straat mengden onze tranen zich
We zijn uit elkaar gegaan. De krekels en de
Cicades hebben zich erbij neergelegd. Maar
In mijn hart ben ik nog steeds die huilende Jongen gebleven